10 Oktober: Piringen

Met 7 personen werdt bik frisse weersomstandigheden gestart voor het klassieke rondje Piringen, de Rit door het Haspengouwse landschap.

Met koude noordoostenwind in de rug had P. Smits er zin in, hij ging voortvarend langdurig op kop met snelheden van boven de 35km/u. Het leek erop dat we de rit beter Peesmitje en de 7 dwergen konden noemen. Maar toen we op de kronkelweggetjes tussen de Haspengouwse fruitvelde belandden vond hij het welletjes en liet anderen ook eens op kop komen. Of deze anderen minder in hun mars hadden is niet duidelijk maar het gemiddelde ging op deze met modder, bladeren en takken besmeurde quasie fietspaden flink omlaag.

Waarschijnlijk moeten we deze rit niet meer in oktober plannen want het fruit was net geoogst en het had niet veel gescheeld of de UCI had de rit als cyclocross geclassificeerd.

Na de pauze stond de wind tegen en werd met goede bedoelingen door iedereen kop over kop met flinke snelheid aan de terugweg begonnen. Dit mocht een 15 tal kilometers duren en toen vond Jos H. het wel welletjes, hij nam bij Kanne de kop over en voerde het tempo nog een aantal kilometers op om vervolgens niet meer af te remmen. De rest heeft alleen nog zijn achterwiel gezien, en blijkbaar was er ook geen energie meer om te praten. Waar normaal gesproken degene uit de wind achter de koprijder het minst moe wordt deden de kleuren van de koppen van iedereen deze rit het tegenovergestelde vermoeden.

100 km in mistig, koud weer met dik 31 gemiddeld.

Na weken van het ontbreken van een ritverslag waren er deze keer 2 reporters aanwezig dus bij deze verslag nr. 2: 

Bij een zeer frisse temperatuur van 10 graden en een matige noordoostenwind stonden er 8 A-rijders en 5 rijders + 2 gastrijders van de groep “Oude Glorie” aan de start.

Of de groep “oude Glorie” de route niet goed wist of bewust heeft gekozen voor een langere route is niet duidelijk, maar ze hebben het “3 sluizen rondje” over de langste route (terug via As) gefietst. Der route was via Heppenaert over veer naar Berg.

Bij de A-groep nam onze Nederbelg Peter S. resoluut de kop. Hij reed in een behoorlijk tempo en de voor hem kenmerkende “snokken” bleven afwezig. Iedereen bleef ook netjes bij Peter in het wiel en dacht hoe lang gaat Peter dit volhouden.

We verwachten toch nog een addertje onder het gras en dachten dat Peter na de passage boven langs het Albertkanaal misschien rechtsaf zou slaan richting Zutendaal i.p.v. linksaf richting Bilzen.

Maar dit gebeurde niet en ook in Bilzen zelf ging hij keurig naar links en niet naar rechts om naar huis te rijden. Peter bleef maar op kop rijden en hield dat 25 km. vol.

Wij hopen dat hij op deze voorbeeldige manier ook in 2016 gaat rijden en zijn contract wordt dan ook verlengd. Voorlopig moet hij nog voor een koersbroek en koerstrui rijden, want de ballotagecommissie is streng en oordeelt altijd over het afgelopen en het komende seizoen.

In een mooi tempo werden de heuveltjes gezamenlijk genomen. Voor Gors wilde John een weg te vroeg naar links afslaan. Gelukkig kon door een snelle reactie van hemzelf en zijn volgers een valpartij worden voorkomen. Dit is maar goed ook want begin augustus is het ziekenvervoer op bij dezelfde plek moeten opdraven voor de valpartij met bekkenbreuk van ons lid René D.

Het was maar goed dat het droog was op de fietspaden, want anders hadden we tot achter onze oren onder de modder gezeten incl. onze fietsen. In Tongeren volgden we via de Garmin van Eric perfect de route van Math langs de manege, zodat we niet in het zeer drukke verkeer op zaterdagmorgen terecht kwamen.

Peter had (door het kopwerk?) aandrang gekregen om te plassen. Op de opmerking dat het binnen 10 minuten pauze was kwam de originele opmerking: “ik moet nu zeik..”!!

Bij de pauzeplaats doken we direct bij 12 graden Celsius de aanbouwserre in, die van alle kanten open is. Zelfs 1/4 deel van het dak stond open. Jan C. vroeg de kastelein op dit niet dicht mocht, maar dit leverde een bedenkelijk gezicht van de kastelein en een boos gezicht van de kasteleinsvrouw op. Met duidelijke tegenzin ging het dak toch dicht.

Een A-viertje op het raam leverde duidelijk op over het boze gezicht van mevrouw. Op dit papier stond dat er niet binnen mocht worden gerookt als het dak geheel gesloten was. Zij stond dan ook met tegenzin buiten te roken.

Overigens bleef het koud en de serre. Na de pauze waren er dan ook enkele opmerkingen in de trant van: wat was het binnen in het café lekker warm en waarom zijn we daar niet gaan zitten.

Volgende keer bij deze temperaturen misschien iets beter nadenken of overleggen, want de schrijver van dit verhaal heeft momenteel een flinke snotneus.

Na de pauze werd gekozen voor de grote weg i.p.v. de nummertjesroute via het betonplaten fietspad. Er werd aanvankelijk kop over kop gereden met vanaf Bassenge richting Kanne een lange aflossing van John.

De gretigheid om over te nemen met de wind voortdurend op kop werd allengs minder. En jawel hoor, we waren nauwelijks de brug over bij Kanne of Jos H. nam langs het kanaal de kop over. Terugdenkend aan vorige week, zag je al angstige blikken bij de overige deelnemers die verraden:

gaat Jos weer met zijn armen zwaaien en moet er worden overgenomen of is de ouderwetse “brommer” opgestart. Tot opluchting van de overige 7 rijders werd er niet gezwaaid en reed Jos – tegen de wind in- met een gemiddelde van zeker 35 km. richting Stein. Bij het oversteken van de grote weg bij Lanaken vroeg de voorzitter zich af of Jos wel wist dat hij de wind tegen had.

Ook over de dijk van Uikhoven naar Kotem en op het fietspad langs de autoweg bleef Jos op kop rijden onder het motto van wie A zegt moet ook B zeggen. Door de “beulswerk” werd de gemiddelde snelheid – na de pauze dus tegen de wind in – opgetrokken van 30,5 voor de pauze tot 31,5 km na de pauze!  De afstand bedroeg 100 km. met 390 hoogtemeters.

Jo C. vertelde de schrijver van dit verhaal op de weg naar huis nog dat hij in 2e positie had zitten te “sterven” in het wiel van Jos en zeker niet had kunnen overnemen. Jan od C. (schrijver) kon dat alleen maar beamen dat dit in 8e positie ook het geval was,  maar dat het toch wel te doen was.

Beiden waren ook tevreden dat er een bijna ouderwets gemiddelde over dit rondje was gereden. Na een verkwikkende douche of bad is dit “afzien”snel weer vergeten en wordt nu al uitgekeken naar het vrij vlakke rondje van volgende week over Alden Biesen. De vraag is natuurlijk of de “brommer”zich dan weer zal melden. Dit staat in de sterren!

Misschien kunnen er volgende week weer eens een paar foto’s worden gemaakt.

Voorbeeldigste koprijder : Peter S

Grootste zeik…                   : Peter S

Grootste koukleum           : Jan od C.

Grootste brommer            : Jos H.