27 Juni: Cote de Forêt

Het eerste uitstapje van TCstein naar de Cote de Forêt (volgens sommige sites de mooiste beklimming van het Land van Herve) was nog niet helemaal een success.

Ondanks de beperkte lengte van de rit hadden toch een aantal notoire A rijders besloten om maar met de B ploeg mee te gaan, of dit kwam door de (onterecht) verwachte zwaarte van de rit of de weersvoorspellingen was echter niet helemaal duidelijk.

Het begon al goed toen ondergetekende thuis met een spiksplinternieuwe ketting erachter kwam dat je dat toch niet moet doen met een versleten cassette. Niet veel verder gereden dan Cafe Lies besloot ik dan ook om te draaien en de oude ketting weer te monteren. Een Pitstop van om en nabij de 4 minuten later was ik weer aan het rijden maar eenmaal bij Chrit aangekomen had ik toch het idee dat iets niet klopte. En jawel de ketting liep niet onder maar over de nokjes van de derailleur. Een tweede pitstop werd ingeroosterd bij Jos en iets langer dan 5 minuten deze keer later waren we onderweg.

Vanwege de asfaltering werkzaamheden in de gemeente Meersen besloten we de normale weg naar Bunde te vervangen met de weg langs Kasteel Elsloo. Maar hiervoor moet de Maasberg worden afgedaald en daar was nier iedereen even blij mee. Rob liet zijn daal capaciteiten zien want zonder een trap te doen had hij een gat geslagen wat langer was dan de lengte van de Maasberg.

De klim naar Sarolay was uit de route gehaald omdat de hierop volgende afdaling onlangs is verkozen tot slechtste wegdek van België (en dat wil wat zeggen). Als gevolg hiervan ging een groot gedeelte van de heenweg door de Luikse voorsteden Cherat, Wandre en Herstal waar het een troosteloze bedoening is.

Eenmaal daaraan voorbij begon de heuvelzone met de beklimming van de Cote de Fayembois en daarna de afdaling van de lange Cote Bouny. John merkte terecht op “ik heb het gevoel dat we dit dadelijk allemaal weer naar boven moeten”.  Na de afdaling werden wat blazen geleegd voordat we aan de beklimming van de naamgever van deze rit begonnen. Deze werd gelukkig door iedereen prachtig gevonden. Vlak na de beklimming hadden we ook een korte periode berijdbare wegen maar lang mocht dit niet duren.

Het plannen van een zo kort mogelijke route naar de Cote de Forêt had blijkbaar tot gevolg dat we naast de gemiste nummer 1 wel de nummer 2 tot en met 10 van slechtste wegen van België in de route hadden liggen. De terugrit naar huis liep daarnaast ook nog eens over de afdaling van de Kasseiberg in Dahlem waar Tino door het gerammel zijn bidon verloor, maar dat had niet iedereen in de gaten.

Tijdens de Pauze werd het testosteron gehalte van sommige leden nog op natuurlijke wijze door de bediening getest en na de pauze was dit blijkbaar nog niet geheel gedaald tot normale waarden wat er was wederom onenigheid over de snelheid waarmee naar huis moest worden gereden.

Terug in Stein bleek dat we maar rond de 900 hoogtemeter geklokt hadden maar als we de hoogtemeters van alle kuilen in het asfalt hadden meegenomen was dit wellicht het dubbele geworden. Volgende keer wellicht beter 10 km verder rijden maar dan over fatsoenlijke wegen.